De perfecte kerntemperatuur van kip

Kip is een van de populairste vleessoorten ter wereld. Of je nu een hele kip in de oven braadt, kipfilet grillt of kippendijen op de barbecue legt – een sappig en gaar resultaat begint bij de juiste kerntemperatuur. Maar wat is die ideale temperatuur eigenlijk, en waarom is het zo belangrijk?

Waarom de kerntemperatuur meten?

Kip kan besmet zijn met schadelijke bacteriën zoals Salmonella of Campylobacter. Door kip goed te verhitten tot de juiste temperatuur, dood je deze bacteriën en maak je het vlees veilig om te eten. Tegelijk wil je voorkomen dat je kip uitdroogt – iets wat snel gebeurt als je het vlees te lang gaart.

De oplossing? Een vleesthermometer. Daarmee meet je nauwkeurig de kerntemperatuur, oftewel de temperatuur in het dikste deel van het vlees. Zo weet je precies wanneer je kip gaar én sappig is.

Wat is de ideale kerntemperatuur van kip?

Volgens de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en andere internationale voedselveiligheidsinstanties moet kip een minimale kerntemperatuur van 75°C bereiken om veilig gegeten te kunnen worden. Hieronder vind je een overzicht:

Onderdeel van de kip Minimale kerntemperatuur Opmerking
Kipfilet 75°C Vermijd uitdroging, niet hoger gaan
Kippendijen/kippenpoten 80°C Meer bindweefsel, mag iets hoger
Hele kip 75–80°C Meet in het dikste deel van de dij
Gevulde kip 75°C (in de vulling!) Let goed op temperatuur van de vulling

Tip: Haal de kip een paar graden vóór de gewenste temperatuur uit de oven – het vlees gaart nog iets door tijdens het rusten. Dit geldt ook voor kip op de kamado of BBQ.

Hoe meet je de temperatuur?

  1. Gebruik een kernthermometer (digitaal of analoog).
  2. Steek de pen in het dikste deel van het vlees, zonder bot te raken.
  3. Bij een hele kip: meet bij voorkeur in het dikste deel van de dij, dicht bij het lichaam.
  4. Laat het vlees rusten na het garen (5–10 minuten) – dat maakt het malser én veiliger.

Samengevat

De juiste kerntemperatuur is essentieel voor kip die zowel veilig als smaakvol is. Onthoud:

  • Altijd minimaal 75°C bij kipfilet en hele kip.
  • Gebruik een vleesthermometer voor precisie.
  • Laat het vlees even rusten na het garen.

Zo serveer je altijd kip die mals, sappig én veilig is – of je nu doordeweeks kookt of een culinair hoogstandje serveert.

Comments are disabled.